Wij staan voor Ons Vinkel

Zo waar ut vruuger - maart 2020

Zo waar ut vruuger - maart 2020

Café - Hotel Engelenstede


Als ik op een donderdag-avond een bezoek breng aan de heemkamer van Heemkunde Vinckel, valt m’n oog op ’n tijdschrift met de naam Spoorzoeker. Als ik er in kijk zie ik er ’n verhaal over de geschiedenis van de friettenten in Nuland. Misschien wel iets voor ons bij de Echo denk ik bij mezelf. Verhalen over ’n pand of personen van uit het verleden. Nadat we het er over gehad hebben, besluiten we het eens gaan te proberen. Café-hotel Engelenstede wordt ons eerste doel. Zondagmorgen 22 maart, wegens het alles beheersende coronavirus is er niemand op straat, maar besluit ik toch om m’n fiets van stal te pakken en eens te kijken wat Edward vd Bosch me kan vertellen over de tientallen jaren dat z’n vader en moeder daar ’n café-hotel bestierden.


Volgens mij was het zo dat ons oma (Marie van Vugt-Schel) rond 1945 naar Vinkel kwam als weduwe vanuit Schaijk, begint Edward zijn verhaal. Ze koopt dan ’n boerderijtje met cafeetje aan de Brugstraat. Aangezien ze kwam met 3 jongens en 5 dochters begrijp je natuurlijk wel dat het café al snel flink wat aantrekkingskracht had op menig jonge kerel uit het dorp en de ons omringende dorpen. Hoewel het net na de 2e wereldoorlog allemaal niet meevalt, slaat m’n oma zich er goed doorheen en heeft ze samen met haar kinderen een goed bestaan in een voor haar nieuwe omgeving. Of er dan kinderen zijn die nagedacht hebben om het café over te nemen is mij niet bekend. Wat ik wel weet is dat mijn moeder, Mientje die dan hoofdverpleegkundige is op Coudewater, een oogje laat vallen op ’n stukadoor uit Vught, Wim vd Bosch. Van het een komt het ander en zo komt het dus dat Wim vd Bosch, als hij vanuit Vught op de fiets naar Vinkel komt gereden om z’n meisje te zien, regelmatig wordt tegengehouden door Vinkelse jeugd om te proberen om Wim op andere plannen te brengen (wè moete gè mè ’n Vinkelse meid joh!). Maar m’n vaders hormonen zijn niet te remmen en ons pa blijft naar Vinkel komen.


Hoe en waarom juist mijn moeder het café overnam en niet ’n andere broer of zus, is mij niet geheel duidelijk. Feit is wel dat in 1960 ons pap en mam het café van Marie Schel (oma) overkopen. In de beginjaren 60 van de vorige eeuw is het ’n dorpscafé met 5 hotelkamers. Carnaval wordt gevierd in ’n tent achter de café en later wordt er een danszaal met toneel aangezet. Inderdaad Frank, MET TONEEL. Dat was in die jaren uiterst populair. Toneelvereniging ‘De Korenmaaiers’ hadden hier hun vaste stek. Ik kan me nog levendig herinneren, dat, de voor Vinkelse mensen van mijn leeftijd de legendarische, Cor Ubert hier op deze plek vele toneelstukken heeft geregisseerd en gespeeld. Toentertijd kwamen daar echt veel mensen op af. Ik moest dan samen met m’n broers en zus de toneelbanken gaan halen bij Grad en Betje vd Lee-vd Berg hier tegenover. De kippen eraf jagen, ’n natte doek erover en de zaal in.

 


In mijn beleving is het 1962 als het café de prachtige naam Engelenstede krijgt. Deze naam kwam van een hoeve die lang geleden op Kaathoven stond, ene van Engelen was daar de eigenaar van. Toen hij een engel in de gevel liet metselen was het niet moeilijk meer om op de naam te komen. Elk weekend is er ‘levende’ muziek, zoals ze dat in die tijd zeiden. De mensen wisten het café goed te vinden. Er huist een gitaarclub, vogelvereniging Vogelpracht en er staat vanzelfsprekend een biljart in; Iets wat tegenwoordig niet meer vanzelfsprekend is in ’n café. Ik hoorde van m’n oudste broer dat er zelfs nog eens een poging is gedaan om in het Guinness Book of Records te komen, zeg ik, middels een biljartpartij die 72 uur of nog wel langer moest duren. Of het gelukt is weet ik niet maar ik weet wel dat Ben vd Donk en Jo vd Hanenberg de biljarters waren die het moesten doen. Edward kijkt me vragend aan… daar weet ik echt niks meer van. Als ik er zo over nadenk is er in die jaren zoveel gein en ongein uitgehaald hier… Wel weet ik dat de hotelkamers redelijk bezet waren, door passanten, maar meer door werkvolk wat in de buurt een of ander karwei had. Zo heeft er heel lang bij ons volk uit Rotterdam gelegen wat voor de Röntgen technische dienst werkte. Gasleidingen op de lassen controleren volgens mij. Ook waren er goede tijden voor het café als er touwtrekwedstrijden over de wetering werden georganiseerd. Dat was nog eens spektakel joh! Buurtschappen, families, verenigingen het trok in die jaren allemaal tegen elkaar.
Ik heb er samen met m’n broers en zussen een mooie jeugd gehad. Je hoorde nog eens iets, ook wat je als jong knaapje niet mocht horen. Wij hadden nog een telefoon ergens in een geluidsarme kast hangen, zodat de mensen er konden bellen zonder dat de ander wist dat hij/zij vanuit de kroeg belde. Allemaal voorbij! Vele leuke klanten, maar ook klanten die een gebruiksaanwijzing hadden. Het café was in die jaren DE nieuwsvoorziening. Men kwam naar het café om te horen of het werkelijk zo was, wat er in het dorp gefluisterd werd. Maar halverwege de jaren 70 kwam er de klad in. Als de Groote Wetering wordt verlegd en zodoende de brug die er lag bijna instort komen er geen passanten meer binnen. Vader en m’n oudste broer René besluiten om het stukadoorsbedrijf nieuw leven in te blazen en zodoende het café-verhaal op een lager pitje te zetten. De café is nog een aantal jaren verhuurd geweest, maar als de verhuurder het na een aantal jaren voor gezien houdt, is het gedaan met café-hotel Engelenstede. Het is dan 1977.

 


Ik zelf ben nu al 23 jaar druk bezig met m’n marketingcommunicatiebureau Edvance. Nu jij hier aan komt gefietst denk ik weer aan die tijd maar verders denk ik meer aan morgen dan aan gisteren, snap je? Ik zeg het te begrijpen en we nemen afscheid door de ellebogen tegen elkaar te duwen. Als ik thuis kom hoopt onze jonghe dat morgen de scholen op slot gaan door het virus. Dat is waarschijnlijker dan dat morgen Engelenstede weer open gaat, zeg ik met weemoed in m’n stem. Engelenstede?? Hoezo? Ach loat mar! Dès vur jouwe tijd!!


Frank

Facebook

Deze website wil gebruik maken van cookies.